Inmiddels van Australië weer in good ‘ol New Zealand beland. Alweer een hele tijd geleden dat ik m’n laatste stukje schreef begin januari. Ik had al een nieuwe blog geschreven maar helaas werkte m’n iPad niet mee, dus moest ik (!?#%^) even opnieuw beginnen. Kijken of het stukkie schrijven nog een keer lukt, haha.
Inmiddels ben ik weer in Queenstown Nieuw Zeeland, maar heb ik natuurlijk nog veel meer meegemaakt. In een week tijd ben ik met m’n vader op het Noordereiland gereisd en ben ik nu een week op het Zuidereiland van Nieuw Zeeland. Wat een luxe toch dat ik nog ‘even’ alle dingen in NZ kan die ik nog niet gezien had.
Voor dat alles ben ik in Australia nog in het duikersparadijs Cairns geweest, voordat ik weer naar Auckland vloog om m’n pa om te pikken voor de road trip. Ik ben naar Cairns gevlogen vanuit Sydney, nadat ik daar het prachtige vuurwerk tijdens NYE heb mogen meemaken. Cairns is een geweldige basis voor de duikers en snorkelaars onder ons. Het ligt namelijk bij het prachtige en gigantische grote Great Barrier Reef.
Toen ik in Cairns aankwam was het ontzettend warm. Eigenlijk hoort het daar rond deze tijd van het jaar regentijd te zijn. Maar het was juist omgekeerd want het was snikheet, benauwd en ontzettend mooi weer! Super geluk dus en ideaal weer om te gaan snorkelen op de Great Barrier. Ik twijfelde nog om te gaan duiken, als een soort van introductieduik.
Uiteindelijk toch besloten om het lekker rustig aan te doen en te gaan snorkelen. Uiteindelijk een perfecte keuze omdat je je eigen tempo kan bepalen en veel meer kan zien. Het was een prachtige ervaring, zo veel kleuren en de meest prachtige vissen. Zelfs een schildpad vanaf de boot en in een flits onderwater een kleine haai. Voor de middag had ik een onderwatercamera gehuurd en hierboven alvast een voorproefje. Ik zal proberen zo snel mogelijk meer foto’s op de blog te zetten. Later dus zeker meer van het Cairns avontuur.
Terug naar NZ! Inmiddels alweer zoveel prachtige dingen gezien. Samen met m’n vader heb in Auckland een Toyato Rav 4×4 gehuurd, bij Jucy. Dus de auto dan ook maar liefelijk omgedoopt tot Lucy. Een toch al wat ouder beestje, maar doet ook off road nog prima z’n werk als later bleek. Van Waitomo langs Hobiton gereden, de filmset van The Hobbit. Mocht volgens nog net zeggen dat ik er geweest was, want foto’s mogen dus echt niet op internet, helaas. En daarna het rondje Rotorua naar Taupo gemaakt, we kwamen er toch langs.
Graag had ik nog de Tongariro crossing gedaan. Maar helaas was het toch weer slecht weer om deze wandeling op Mt Doom (Lord of the Rings) te doen. Nadat we uit het nationale park reden zag ik wat oude verroeste auto’s staan. Het bleek een automuseum en autokerkhof in één te zijn. Heel gaaf om door de onderdelenzolder te lopen en het autokerkhof sloeg helemaal alles. Van het oude doorgeroeste auto’s model T Ford tot op elkaar gestapelde Mini’s. Zou er dagen kunnen doorbrengen, heel bijzonder.
Op het Noordereiland zijn we langs de Whanganui River Road gereden. Een prachtige weg langs (natuurlijk) de Whanganui River. Schitterende vergezichten over de rivier, een kleine anderhalf tot twee uur over een gravel road waarbij je bijna niemand tegen komt, geweldig. Daarna naar Plimmerton gereden, een klein dorpje iets boven Wellington en in een heel fijn en net hostel gezeten. Echt een schilderachtig kustdorpje waarbij de luxe appartementen van de rich and famous naast zo’n mooi oud strandhuis staan. En natuurlijk weer een prachtige zonsondergang.
Op het Zuidereiland hadden we de eerste echte road trip ervaring. Per ongeluk het benzineverbruik van Lucy en de afstand tot het volgende tankstation een beetje verkeerd ingeschat. Bij een Kiwi bloke geïnformeerd of hij misschien een benzinestation dichterbij wist. Of zelf wat benzine had.
Mwa, was niet nodig. “It’s all nice and flat on the way to Reefton. Lots of farmers. You should be fine, no worries. Sweet as.” En uiteindelijk met het benzinelampje al aan zo’n 30 km voor de finish het toch gehaald! Nog nooit zo blij geweest de letters ‘Mobil’ in de verte te zien. De volgende keer toch maar afgesproken de tank vol te houden bij elke tankgelegenheid.
Vanuit Wellington zijn we met de auto op de ferry gegaan naar Picton. Vanuit Picton naar Nelson waar we naar het Abel Tasman National Park zijn gegaan. Zeker geen straf om daar voor de tweede keer naar toe te gaan. Stranden en mooie baaien die zo uit een reisbrochure gehaald kunnen worden.
Vanuit Nelson hebben in één keer een flink stuk gereden naar Hokitika. Een prachtig strand achter het hostel waar we een mooie zonsondergang hebben gezien. Ook nog een mooie Wilson gemaakt, uit de film Cast Away. Tja wat een paar maandjes backpacken toch met je gaat doen…
Van Hokitika nog een kijkje genomen bij de Franz Josef gletsjer en daarna door via de wildernis van de Haast Pass naar Wanaka. Vanuit Wanaka hebben we de Rob Roy Glacier track gedaan. Echt een prachtige (kom soms echt woorden te kort) wandeltocht van een uur of 4 naar de gletsjer.
Onbeschrijfelijk wat een moois je tegenkomt, na een uur rijden over de gravel road. Leuk ook om even een rondje te crossen en de off road kwaliteiten van Lucy Rav te testen. Door kleine rivierbeddingen in de low gear en even de 100 km/h aantikken op de gravel. Natuurlijk op verantwoorde wijze!
De tocht is een flinke klim, maar zo de moeite waard als je voor het eerst de gletsjer ziet liggen. Langzaam klim je verder omhoog door een dichtbegroeide bos. Aan de zijkant loop een snelstromende rivier, waar af en toe door schade aan het pad het wel erg smal wordt. Een specifiek stuk moesten we snel doorlopen vanwege het bordje: Danger rockfall. Do not stop for next 50 meters. Leuk vooruitzicht.
Eenmaal boven aan de gletsjer heb je zo’n geweldig mooi uitzicht. Als je geluk hebt zouden we ook nog de enige echte alpine papegaai zien op het uitzichtpunt. En jawel, de slimme flink grote Kea bird kwam al aanvliegen. Een erg slimme vogel is het, die zelfs eten uit tassen van wandelaars en berghutten kan halen. Bij mensen die aan het eten zijn komt hij bedelen voor eten. Heel tof om zo’n beest van dichtbij te zien.
Weer veel te veel geschreven, maar ook weer zoveel meegemaakt. Nog maar een weekje te gaan en dan op naar het inmiddels volgens mij toch koude en vriezende Nederland. Voor deze week nog een stukje zuiden van het Zuidereiland verkennen vanwaar we zondag van Christchurch naar Auckland vliegen. En dan vlieg ik die zondag weer terug naar Holland, maandag 6 februari ben ik weer back in town. Zal wel weer even wennen worden in ‘t kleine Groesbeek. Maar kijk er zeker weer naar uit. Mam en Milou, vergeet m’n winterjas niet mee te nemen!